aanklacht.com

Justitiële dwaling omtrent vermeende PGB-fraude 

Een justitiële dwaling is een rechterlijke dwaling of een eenzijdige dwaling van een openbaar aanklager (OM), waarbij iemand op wie geen schuld rust langdurig wordt vervolgd... (Wikipedia)  


De zaak Laax (de naam van deze strafzaak die het Openbaar Ministerie gegeven heeft. Laax is een duur wintersport plaatsje in Zwitserland), ging over vermeende PGB-fraude. De zaak was gericht op meerdere christelijke zorginstellingen die los van elkaar, in één zaak werden behandeld.  De zaak besloeg de PGB-AWBZ periode 2009 t/m 2013.  Over welke instellingen het ging en hoe die zich tot elkaar verhielden, is hier te lezen op een aparte pagina.  

De zaak is bijzonder spraakmakend te noemen, daar zowel de Rechtbank Almelo op 10 juli 2018 als het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 mei 2021 duidelijk hebben gemaakt dat het Openbaar Ministerie op grove wijze heeft gedwaald, door onder andere ontlastend bewijsmateriaal achter te houden, geen zelfstandig onderzoek te doen naar de algemeen geaccepteerde praktijk van facturatie en verantwoorden en het schenden van het gelijkheidsbeginsel. Dit heeft uiteindelijk geleid heeft tot niet ontvankelijkheid van het OM bij het Gerechtshof. In totaal zijn er 7 personen onterecht vervolgd en ging het over 5 zorginstellingen. De zaak heeft bijna 7,5 jaar geduurd, totdat het Gerechtshof het OM afstrafte met niet ontvankelijkheid op 26 mei 2021.
Alhoewel zelfs ook na deze afstraffing het OM hardnekkig in cassatie ging om deze zaak bij de Hoge Raad te brengen, heeft het OM uiteindelijk er toch voor gekozen om 15 oktober 2021 eieren voor hun geld te kiezen en deze cassatie (zonder enige vorm van excuus voor het toegebrachte leed) alsnog in te trekken. Daarmee kwam deze zaak definitief tot een einde en waren de gedupeerden aan de beurt om schadevergoeding bij de Nederlandse staat op te eisen.     


Aanleiding - valse aangifte

De aanleiding van de zaak Laax ligt in een aangifte die op 19 december 2012 werd gedaan. Dit werd gedaan door mensen die ontslagen waren of in onmin leefden met de directie van de zorginstelling Pastoraal Centrum Saron of de overkoepelende zorg organisatie Saron Zorg & Dienstverlening. Deze 6 mensen gaven hun "actiegroep" de naam "Taskforce Restoring Justice" (TRJ). 
Een oud stagiaire en een oud vrijwilliger,  van de zorginstelling deden concreet namens de "actiegroep" de aangifte. 
Dit stond er o.a. in hun aangifte: 
1.) Duidelijke signalen die wezen op zelfverrijking door de directeur. Er zou spraken zijn van strafbare financiële transacties waar de boekhouder niet over mocht praten en er verdween €200.000,- uit de boekhouding die volgens de TRJ wel eens terecht kon zijn gekomen in Amerika bij een boerderij die de broer van de directeur runde. Op de instelling werden pinpassen ingenomen van cliënten en een niet erkende psychiater tekende diagnoses.  

We spreken over heldere, verifieerbare zaken.
Echter... het OM heeft geen enkele aanwijzing gevonden, dat er sprake was van deze bovengenoemde "feiten". Hier is dan verder ook niet op vervolgd.

Uiteraard zou het een OM te denken moeten geven...  Want dit hield in dat het OM te maken had met een valse of onzuivere aangifte en deze aangiftegevers wellicht een heel ander motief hadden.

Bedenk dat o.a. zowel de oud vrijwilliger als stagiaire de periode voor de aangifte, beiden te horen hadden gekregen vanuit het bestuur en directie, dat zij wegens disfunctioneren niet meer welkom waren om nog langer te werken op de instelling. 

Verder werden er in de aangifte ook feitelijke juistheden vermeld!:
2.) PGB-Zorgbudgetten van budgethouders (jaarbudgetten, toegekend door het Zorgkantoor) werden gedeeld door 12 maanden en in vaste maandbedragen zo gefactureerd en geïncasseerd. 24-uurszorg werd gefactureerd onder de zorgfunctie Verblijf of Toezichtzorg. Er werden christelijke elementen in de zorg aangeboden en ook gedeclareerd onder het PGB.
Echter de interpretatie, van de TRJ dat dit strafbaar en frauduleus zou zijn, bleek bij zowel de rechtbank Almelo en later bij het Hof volstrekt onjuist te zijn.   
De gedachten van de aangiftegevers was, dat AWBZ-zorg alleen achteraf gefactureerd mocht worden op basis van zorgregistratie. En dat christelijke elementen niet onder de AWBZ functie "begeleiding" zou mogen vallen. Ook dat het factureren van vaste maandbedragen, op basis van de (vooraf) overeengekomen zorg, frauduleus zou zijn. 

De aangiftegevers konden weten dat de werkwijze van de instellingen legitiem was. Dat hadden ze alleen al kunnen weten door de diverse controles van het Zorgkantoor bij de budgethouders. Hierbij moet je ook denken aan huisbezoeken, waarbij de zorg werd doorgenomen. Ook hield het Zorgkantoor vanaf 2012 bewust keuze gesprekken, wat inhield dat een cliënt zonder begeleider op bezoek kwam bij het Zorgkantoor en daar met een zorgovereenkomst en proforma facturen uitleg gaf hoe de zorg ingekocht zou worden. Naar aanleiding daarvan werd een PGB dan verstrekt en gaf nooit vragen over de inkoop van de 24 uurszorg, vaste maandbedragen of het feit dat de facturen niet gespecificeerd waren.

Daarnaast had het bekend kunnen zijn bij een aantal aangiftegevers, dat de directeur-bestuurder gesprekken had met de regiomanager van het Zorgkantoor, waar de hele zorgmethodiek mee werd doorgesproken en goedgekeurd.    

De aangiftegevers negeerden bewust deze feiten of wilden dit niet geloven. Zo misleidden ze - ook door de aangifte vol te stoppen met grove onwaarheden en insinuaties (zie punt 1)-, het Openbaar Ministerie, die daar blijkbaar gevoelig voor bleek te zijn. 


Na de aangifte deed het OM via de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (iSZW) "onderzoek" en viel op 25 juni 2014 diverse panden en huizen binnen die een relatie hadden met de christelijke zorgaanbieders. De verdenking was witwassen. Er werd echter niets gevonden bij de verdachten wat hier op zou wijzen.  Maar, de zaak was begonnen. En zoals een rechercheur van de iSZW jaren later in 2017 loslippig toegaf, "we hadden al zoveel uren in deze zaak gestoken. Dan kan je ook na een inval, niet meer terug".

Een kenmerkende uitspraak in deze zaak, want het is illustratief voor de houding van het OM die 7 jaar lang, als een olifant in de porseleinkast samen met de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bezig is geweest om onschuldige burgers, zonder strafblad, zonder enige spoor van zelfverrijking, neer te zetten als criminelen. Sterker nog; de instellingen kregen het predicaat "criminele organisatie" wat inhield dat het leveren van zorg een dekmantel was, voor het uitoefenen van criminele activiteiten. Een zeer grove aantijging en een klap in het gezicht van alle zorgverleners die bij deze instellingen vaak dag en nacht klaar stonden voor de cliënten. Deze fraudejacht, uitgevoerd door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat niet op zichzelf.

In 2012 kreeg Sociale Zaken en Werkgelegenheid een groot budget om PGB fraudeurs aan te pakken. In dat jaar werd ook de aangifte gedaan. Sociale Zaken en Werkgelegenheid was in die tijd ook bezig met grof geschut, burgers onterecht aan te pakken wat later de "toeslagenaffaire" (of het toeslagenschandaal) is komen te heten.  Het verschil is dat bij vermeende PGB fraude het terecht kwam in het strafrecht en bij de toeslagenaffaire het bestuursrechtelijk werd afgedaan.    

Alhoewel de opsporingsdienst al na de invallen in 2014 , helemaal niets van waarde vond, werd dit persbericht de dag daarna meteen in de media geslingerd en door diverse kranten overgenomen:


Het leed van onterechte beschuldiging

"Het wederrechtelijke voordeel voor de verdachten, wordt geschat op enkele miljoenen euro's".
Een bizarre aantijging. Een beschuldiging op niets gebaseerd, maar deze spierballentaal beschadigden de verdachten en de instellingen ernstig. Waar rook is, is vuur... toch? Van het één op de andere moment werden zij neergezet als zware criminelen.  Niet omdat cliënten massaal aan het klagen waren. Niet omdat de Zorgkantoren (die gaan over de bestedingen van PGB) tot de conclusie kwamen dat er sprake was van PGB fraude en zelf aangifte deden. Maar alles werd in werking gezet..., vanwege een zeer discutabele aangifte en een niet te temmen scoringsdrift bij zowel de Inspectie SZW als het OM.

Alleen al qua onderzoekuren besteedde de Inspectie SZW maar liefst 19.000 manuren aan deze zaak. Dure manuren, met name voor rechercheurs, die op koste van de belastingbetaler hun werk mochten uitoefenen. En toen moest de zaak nog beginnen. Er zijn schattingen gemaakt dat deze zaak alles bij elkaar, de belastingbetaler zo'n 3,5 miljoen euro heeft gekost.   

Burgers die zonder strafblad en zonder een spoor van zelfverrijking, van het één op andere moment het predicaat "verdachte" kregen. Deze gecriminaliseerde burgers, kregen voor het oog van de buurt te maken met een inval in hun huis. De meeste verdachten werden een periode later, soms dagen vastgezet in een arrestantencomplex (cel) voor verhoor. 

Ruim 7 jaar lang moesten zij, zonder enige concrete aanwijzing van fraude, zich verdedigen tegen de valse aanklachten.


Het leed wat dit onrecht bij de "verdachten" (lees gedupeerden) heeft veroorzaakt: 

  • Geen veiligheid meer ervaren in de wijk waar je woont door de inval waar iedereen van getuigen is. Je geborgenheid is weg. 
  • Schaamte richting mensen om je heen. Het gevoel je steeds maar te moeten verdedigen, voor iets waarvan je weet dat het absurd is. 
  • Kinderen die beschadigd zijn doordat ze door de stress en depressies van ouders minder goede zorg kregen. 
  • Mensen die terecht gekomen zijn in een zware burnout, depressie en PTSS (afgekeurd zijn).  
  • Enorme tijdsverspilling aan een mega strafzaak, die zo anders besteed had kunnen worden. In totaal gaat het over duizenden uren verloren tijd welke nooit meer terug gehaald kan worden.
  • Kwetsbare hulpvragers die door infiltratie en manipulatie van TRJ leden geschonden zijn in hun vertrouwen. Er zijn diverse klachtbrieven binnen gekomen van deze cliënten die te maken hebben gehad met leden van de TRJ. 
  • Kwetsbare hulpvragers die door de kritische verhoren van de rechercheurs, later 'acting-out' gedrag gingen vertonen zoals automutilatie tot zelfs psychosen kregen. 
  • Mediabelasting, omdat kranten als de Tubantia doelbewust voornaam, leeftijd en plaatsnaam van verdachten op de voorpagina van de krant dachten te moeten plaatsen.
  • Het niet meer vinden van een baan op management/hoger niveau, omdat je verdacht bent van een "mega fraude zaak".
  • Extra financiële druk, want doordat het OM haar werk niet goed deed, moesten er enorm veel advocaaturen worden ingezet. En omdat de zaak ruim 7 jaar duurde, konden de verdachten hun geïnvesteerde geld niet terug krijgen, soms met alle gevolgen van dien. 
  • Vernederende ervaringen, doordat rechercheurs in de verhoren de goede bedoelingen en integriteit van de verdachten volledig in twijfel trokken. 
  • Een OM die tijdens het requisitoir met aannames kwam die feitelijk nergens op gestoeld waren, maar wel op de lasterverhalen van TRJ leden. 

Goddank leven we in een rechtstaat en bleef er bij de Rechtbank en het Hof niets over van alle aanklachten en kwam de onterechte vervolging als een boomerang op het OM terug.  Op 15 oktober 2021 moest het OM inzien dat verder vervolging volstrekt kansloos was, wegens de heldere uitspraken van de rechtbanken en het overweldigende ontlastende bewijs wat sprak in het voordeel van de gedupeerden.