Het Gerechtshof - Wat eraan vooraf ging...
Dit is een vervolg op Vonnis Rechtbank Almelo pagina...
De instellingen, waar onder het Pastoraal Centrum Saron, hadden een klinkende overwinning behaald in Almelo. De weg lag open om door te gaan. 2018 Was voor het Centrum een prima jaar. De bezetting was goed en financieel draaide de instelling conform begroting. Echter, een maand na de vrijspraak ontstond er een conflict tussen de Raad van Toezicht (RVT), welke tevens ook het bestuur van het Pastoraal Centrum Saron was. Deze RVT/Bestuur kwam recht tegenover de directie, het Managementteam, de cliëntenraad, oud bestuurders, de belangenstichting: 'Vrienden van Saron' en de hulpvragers te staan. Al deze partijen vonden deze Raad van Toezicht/bestuur Pastoraal Centrum volstrekt onbekwaam en zegden het vertrouwen in hun op. Zij eerbiedigden niet het DNA van de organisatie en schorste op oneigenlijke gronden volgens al deze partijen de directeur-bestuurder.
Uiteindelijk gaf dit bestuur opdrachten om grote geldsommen uit te geven, wat helemaal niet begroot was. Een boekhouder werd hiervoor zelfs onder druk gezet. Het Management waarschuwde de RvT/bestuur, dat zij de zorginstelling richting een faillissement aan het drijven waren. Iets wat uiteindelijk ook gebeurde. De zorgtak van Saron (Stichting Zorggroep Saron) kwam terecht in een faillissement, aangevraagd door de deze Raad van Toezicht. Hiermee verviel de zorgtak van Saron en hield derhalve de Raad van Toezicht (die verbonden was aan de zorgtak: Zorggroep Saron) op te bestaan. Wel bleven deze zelfde mensen nog het bestuur van (de gebouwen van) het Pastoraal Centrum.
Een doorstart van de zorgtak van Saron liep uiteindelijk op niks uit. Dit had grotendeels te maken met de voortdurende stroom van negatieve berichtgeving vanuit de Tubantia. Deze krant onderhield zo bleek later, contact met leden van de TRJ en het bestuur en doopte zo de vrijgesproken instelling Saron om tot een "omstreden instelling". Een term die ze vanaf dat moment stelselmatig gebruikte. Een droevige gebeurtenis. De instelling was vrijgesproken, maar door interne spanningen, hield de zorg op, om te bestaan.

12 februari 2020: Regiezitting het Hof
Terwijl het OM richting alle partijen na de vrijspraak in Almelo, hoger beroep had aangetekend, bleek dat er tijdens de Regiezitting voor het Hoger Beroep 3 verdachte partijen, niet aanwezig te zijn. Wat was hier aan de hand?
Het ging hier om de manager van Zorg & Dienstverlening, waar hier ook al over geschreven was. Daarnaast nog over twee zorginstellingen, waaronder het Pastoraal Centrum. Het bestuur van het Pastoraal Centrum had aangegeven een deal te willen sluiten en niet nog langer belast te willen worden met deze strafzaak. Ook een andere zorginstelling die al was ontbonden uit Katwijk, werd niet meer vervolgd.
De verdediging gaf aan niet te begrijpen wat hier nu gebeurde. Het OM gaf aan dat het bestuur van PC Saron en de verdachte manager van Zorg & Dienstverlening "afstand hadden gedaan van hun gedragingen" en "een andere proces houding hadden dan de andere verdachten".
Uiteraard moeilijk te begrijpen standpunt, daar nu juist de rechtbank Almelo iedereen had vrijgesproken. Waar moet je dan ook na de vrijspraak, afstand van doen? Waarom een deal sluiten? Wat speelde hier nu werkelijk?
Het Hof gaf aan twee weken voor de inhoudelijke behandeling de details te willen weten van de deals. Waaruit gebleken zou hebben dat zij zelfinzicht hadden, op welke wijze zij afstand hadden gedaan van hun gedragingen en waarom dat zou inhouden dat een vervolging dan stopt. Want de aanklachten waren door het OM nog steeds even stevig.
Maar blijkbaar konden er partijen heel gemakkelijk onder hun vervolging uitkomen. Was dit geen schending van een gelijkheidsbeginsel? De Advocaat Generaal (Officier van Justitie in hoger beroep) I.E.W. Gonzales, vond van niet.
Het optreden van Advocaat Generaal Gonzales kwam voor velen in de zaal warrig over. Ze beet een verdachte (manager) in de rechtszaal toe: "Wat mij trof was de verklaring van de verdachte bij de rechter commissaris. Ik citeer de verdachte: 'Wat onder het PGB valt is mede afhankelijk van wat het zorgkantoor accepteert' "En, zo" vervolgde Gonzales, "dat is iets waar het openbaar ministerie zich niet mee kan verenigen". en verder: "Het water liep de zorgkantoren intussen over de schoenen en daarom lieten ze het maar gaan".
Een opvallende stellingname. Strafrecht dient te gaan over opzet. Als de verdachte aangeeft dat hij bij een correcte besteding van PGB's onder andere uit wil gaan, van wat een Zorgkantoor accepteert, stelt hier het Openbaar Ministerie dat het OM zich daar niet mee kan verenigen. En het Zorgkantoor wordt als zielig en onprofessioneel neergezet: "Het water liep de zorgkantoren intussen over de schoenen en daarom lieten ze het maar gaan".
Het Zorgkantoor is aangesteld door de Nederlandse Zorgautoriteiten, om toe te zien op de juiste besteding van PGB's.
De manager die verklaarde dat de mening en beoordeling voor hem relevant was, werd in deze zaak neergezet als fraudeur en misleider.
Maar het kon nog gekker. Tijdens deze regiezitting kwam ook nog een verklaring voorbij op schrift, door een kwaliteitsmedewerker van het Zorgkantoor. Deze medewerker gaf niet aan dat het Zorgkantoor het over de schoenen liep. Integendeel. In de ondergetekende verklaring was te lezen, dat juist de geruchten van fraude bij Saron, maakte dat zij juist vond dat de zorginstelling Saron extra gecontroleerd moest worden, maar dat er nooit onregelmatigheden werden geconstateerd. Verder wijdde de kwaliteitsmedewerker breed uit in de brief over wat declarabele zorg was en ging daarmee rechtstreeks in tegen de visie van het Openbaar Ministerie.
De verdediging vroeg om de brief toe te voegen aan het dossier (ontlastend bewijs) en om de Zorgkantoor medewerker op te roepen voor verhoor onder ede, als het OM twijfelde aan de verklaring. Het Hof ging hierin mee. De Advocaat Generaal volgde het zelfde spoor als haar voorgangers, de Officieren van Justitie, Roebroek en Vermaseren, door niet openlijk te gaan voor waarheidsvinding en oprecht onderzoek. Dit hield in dat Gonzales bij het Gerechtshof aangaf het niet nodig te vinden om deze zorgkantoor medewerker te horen voor een getuigenverhoor.
26 mei 2021: Inhoudelijke behandeling
De inhoudelijke behandeling. De AG Gonzales was vervangen door een nieuwe AG, R. Zwarts. Het Openbaar Ministerie had verzuimd om 14 dagen voor tijd openheid te geven over de bovenstaande beschreven deal. Er werd geen duidelijkheid gegeven over de schikking met het bestuur van Pastoraal Centrum Saron. Het Hof was verbaasd dat de verdachte manager van Zorg & Dienstverlening niet meer werd vervolgd. Nergens kon concreet gemaakt worden waar hij afstand van had gedaan, behalve het niet nemen van zijn verantwoordelijkheid en zich te verweren 'dat het van de directeur allemaal moest'.
De Advocaat Generaal van het OM kreeg de vraag van het Hof of hij het nu goed had, dat dit een fraude zaak was zonder verdachten die zich persoonlijke verrijkt hadden? Het antwoord van de AG was: ja! De voorzitter van het Hof zei toen: "Dan wil ik opgemerkt hebben dat dit een a-typische fraudezaak is". De toon werd meteen al duidelijk gezet!
De verdediging van de verdachten namen het woord en gaven aan dat zij vonden dat dit OM niet ontvankelijk gesteld moest worden, om nog verder te vervolgen. Naast het gebrek aan waarheidsvinding, het presenteren van een onvolledig strafdossier, was er nu ook nog eens sprake van het schenden van het gelijkheid beginsel, door deals te sluiten met een selectief aantal partijen en hier geen volledige openheid over te geven.
Het OM wist op vragen van het Hof eigenlijk niets inhoudelijk in te brengen. Het Hof heeft vervolgens een paar uur geschorst en kwam halverwege de middag terug met hun oordeel.

Oordeel Hof
Het oordeel was werkelijk vernietigend. Het OM werd niet ontvankelijk verklaard. De verdachten werden allen direct vrijgesproken. Er was sprake van het schenden van het gelijkheid beginsel door selectief deals te sluiten met een groep verdachten. Verder werd er naar het vonnis van de Rechtbank Almelo verwezen. Dit vonnis werd volledig bekrachtigd en overgenomen door het Hof. En dan te bedenken dat het ontlastende materiaal voor de verdachten tussen 2018 en 2021 alleen maar verder was toegenomen. Een brief die na 2018 binnen was gekomen, van het Zorginstituut Nederland bevestigde alleen maar de uitspraak van de Rechtbank Almelo. Daarnaast was er nog de eerder genoemde verklaring van de Zorgkantoor medewerker die sterk ontlastend was en aangaf wel verhoord te willen worden bij het Hof. Wat deed het OM nu met al die wederom ontlastende informatie? Wederom: NIETS.
Ook gaf het Hof aan dat er nergens uit was gebleken dat er niet voldoende zorg was verleend. De tienduizenden geïnvesteerde recherche uren waren eenzijdig en verkeerd ingezet. Het leveren van de 24 uurszorg werd genegeerd. Het Hof oordeelde in hun arrest:
"Gefactureerd werd inderdaad op basis van (een declaratieoverzicht /inkoopschema in) de zorg- overeenkomst maar de geïndiceerde zorg werd wel verleend en er werd ook niet minder zorg gegeven dan gedeclareerd"
Door de vele getuigenverklaringen van cliënten en medewerkers en het kennen van de werkroosters, was meer dan voldoende duidelijk geworden dat de zorg weldegelijk verleend was en er bij de meeste hulpvragers, sprake was van doorlopende zorg in een 24-uurssetting en dat deze zorg gewoon declarabel was.
Het OM werd door het Hof verweten de zaak eenzijdig te hebben aangevlogen. Ontlastend materiaal niet te hebben meegenomen.
Het Hof gaf tijdens de zitting aan, dat het OM zich niet 'magistratelijk had gedragen' in deze zaak.
De verhoren, gedaan door de rechercheurs van de iSZW waren gekleurd door hun eigen visie. Daardoor werd veel zorg wat geleverd was, niet als AWBZ zorg gezien. Het Hof oordeelde hierover: Getuigen zijn door de Inspectie SZW ook met een te beperkt vizier en te weinig oog voor de uitvoeringspraktijk bevraagd. De vraagstelling impliceerde in veel gevallen ten onrechte dat de zorgverlening in een instelling voor 24uurszorg niet meer zou omvatten dan één-op-één-zorg. Allerlei andere vormen van begeleiding en zorg die niet (altijd) aan individuele bewoners is toe te rekenen, werden daarbij in feite genegeerd.
Rechtspraak.nl vatte het arrest als volgt samen:
...Het opsporingsonderzoek was eenzijdig en onvolledig, iets waarover de rechtbank [Almelo] zich terecht al zeer kritisch had uitgelaten. De door de zorgkantoren geaccepteerde uitvoeringspraktijk is uitsluitend door inspanningen van de verdediging aan het licht gekomen. Voortzetting van het hoger beroep is onder die omstandigheden onverenigbaar met de beginselen van een goede procesorde. Het hof verklaart het openbaar ministerie daarom niet ontvankelijk in de vervolging
Het eerste gedeelte in dit arrest gaat over het schenden van het gelijkheid beginsel. Het 2e gedeelte gaat over een een hoeveelheid andere punten waar de Rechtbank Almelo zich ook al kritisch over had uitgelaten wat nu wél mee genomen werd in de niet ontvankelijkheid van het OM.

Van geen ophouden weten
De uitspraak van het Hof op 26 mei 2022 was inmiddels 7 jaar na de inval in 2014. 7 Jaar onnodig leed, geldverspilling en fraudejacht. Een vergelijking met de toeslagen schandaal werd in de rechtszaal nog gemaakt. Maar het OM bleef hardnekkig. Terwijl de verdachten zelfs in de rechtszaal nog smeekte bij de Advocaat Generaal (zo heet een Officier van Justitie in Hoger Beroep), nu lering te trekken uit twee nederlagen, werd er toch nog besloten om in cassatie te gaan en de zaak bij de Hoge Raad te brengen. Een enorme klap wederom... Tot 15 oktober... Bijna 5 maand na de uitspraak van het Hof, besloot het OM hun verlies te nemen en zonder enige vorm van excuses voor het aangedane leed richting de verdachten en hun gezinnen, de cassatie in te trekken.
Opgelucht en verwerken
Uiteraard zijn alle partijen opgelucht. De zaak is voorbij. Tegelijkertijd is er ook veel pijn. De uitspraken van zowel de Rechtbank als het Hoger Gerechtshof erkennen volledig het leed en de onterechte vervolging. Daarnaast ook het dwalen van het OM en de kwalijke rol van de TRJ die dit heeft ingezet. Hoe kan dit in een rechtstaat als Nederland gebeuren?
Het is bedroevend om te zien hoe in deze zaak het Openbaar Ministerie zich heeft opgeworpen als de advocaat van de TRJ. Dat hun eigen prestige blijkbaar voorop stond om te scoren. Net als bij de toeslagenaffaire, kwamen in deze zaak, onschuldige, hardwerkende burgers, in een niets ontziende fraudejacht terecht. Doelbewust werd er door het OM gekozen voor een eenzijdige insteek, om zo al hun ingezette manuren naar buiten toe te kunnen verantwoorden, met de hoop om zo de verdachten veroordeeld te krijgen. Terwijl het bij wet geregeld is, dat de magistratelijke taak van het OM, gericht moet zijn op waarheidsvinding.

De vrijgesproken verdachten zijn dankbaar dat er zoveel mensen zijn geweest die achter hun zijn blijven staan. Mensen die altijd in hun gelooft hebben en het voor hun hebben opgenomen, nog voordat de rechters in 2018 een (eerste) uitspraak hadden gedaan.
Dankbaar voor veel (oud)cliënten die mee hebben geleefd en kaartjes hebben gestuurd om te bemoedigen. Dat er vrienden en familie zijn geweest die voor hun hebben gebeden en ook tijdens deze zaak gevraagd hebben aan God om recht te doen. Dat er advocaten waren die hun nek hebben uitgestoken en het werk wat het OM verzaakt had (gaan voor waarheidsvinding), zelf hebben opgepakt.
Tijdens dit soort situaties leer je je vrienden werkelijk kennen. Zie je wie moedig zijn en wie het liefst wegduiken.
Op het gebouw van het Openbaar Ministerie in Arnhem staat deze slogan. De vrijgesproken verdachten van de zaak Laax onderstrepen van harte deze krachtige uitspraak!
De vrijgesproken verdachten willen hun leven niet laten leiden door haat of bitterheid. Zij geloven in de liefde van God en dat de weg van vergeving en verzoening een betere weg is. Onrecht moet benoemd worden. Daar kunnen zij niet omheen. Maar bij erkenning en het vragen van vergeving is een nieuwe, hogere weg mogelijk. De weg van herstel en van verzoening! Iets waar beide partijen voor nodig zijn. De hoop is dan ook dat de TRJ-leden zich niet langer verschuilen en het contact zoeken om te komen tot vergeving, verzoening en herstel.
Verder is er de hoop dat het Openbaar Ministerie leergeld betaald uit deze situatie en haar taak van waarheidsvinding prevaleert boven prestige, het veroordeeld krijgen van onschuldige mensen.